Overslaan en naar de inhoud gaan

Vroeger en nu

Er was eens...

Van nature kent onze kust een dynamisch evenwicht tussen fases waarin de getijdeninvloed zwakker was en een veenlandschap kon ontstaan, en fases waarin de zee verder het land kon indringen via grote getijdengeulen. Vijfduizend jaar geleden bereikte de gemiddelde zeespiegelstijging een vergelijkbaar niveau als dat aan het begin van de 20e eeuw. Die zeespiegelstijging was dan voldoende traag om de groei van moerasplanten en dus veenvorming toe te laten.

Er zijn weinig aanwijzingen voor menselijke activiteit tot ongeveer 2500 jaar geleden. Vanaf de IJzertijd wordt de menselijke aanwezigheid in dit kustlandschap tastbaar. Rond dezelfde periode kreeg ook de zee weer meer invloed op het land en verscheen wellicht de getijdengeul die het (schier)eiland Testerep afscheidde van het vasteland. Die geul gaf in het westen uit op de IJzergeul en liep in het oosten uit op een zandwad ter hoogte van het huidige Oostende, dat bij vloed onder water kwam te staan.

 

Een reconstructie van Testerep. ©VLIZ

In de Romeinse periode werd in het gebied veen en zout gewonnen, en door middel van dijken grepen de bewoners ook in op de waterhuishouding. Door de stijgende zeespiegel en het instorten van de Romeinse economie degradeerde dit kustlandschap vervolgens, en kwam het opnieuw onder sterkere invloed van de getijden te staan. Gedurende de vroege middeleeuwen namen schapenboeren het langzaam opslibbende schorrengebied opnieuw in. 

Door de aanleg van dijken dringt de mens vanaf het jaar 1000 de invloed van het getij stelselmatig terug. Ook de Testerepgeul wordt uiteindelijk afgedamd en ingepolderd om landbouwgrond te winnen. Nieuwe nederzettingen - vissersdorpen als Walraversijde en handelsplaatsen als Oostende - worden nu gesticht. Maar ook nu zijn de bewoners niet veilig voor het wassende water, dat net door de bedijking aan kracht wint. Zware stormen en kusterosie eisen hun tol, waardoor ondermeer het toenmalige Oostende verlaten en hersticht wordt aan de zuidzijde van de Testerepgeul.

Een hedendaagse kaart van de regio waar Testerep zich bevond. ©VLIZ

Toenemende investeringen in kustverdediging vanaf de 17e eeuw en de verharding van de kustlijn met strandhoofden en dijken sinds de 19e eeuw – een praktijk die gehandhaafd werd tot in de jaren 1980 – zorgden ervoor dat de kustlijn niet verder landinwaarts verschoof. Sindsdien wordt gewerkt aan meer langdurige en ‘zachte’ kustverdedigingen. 

De kustlijn zoals we ze vandaag zien is dus een momentopname. Natuurlijke fenomenen en menselijke ingrepen zorgden de afgelopen millennia voor voortdurende wijzigingen in het kustlandschap. In de komende decennia zal dit niet anders zijn, integendeel: klimaatverandering en de snel stijgende zeespiegel zullen het toekomstige uitzicht van het kustlandschap mee bepalen. De precaire toekomst van dit kwetsbare landschap maakt het noodzakelijk om de interactie tussen mens en natuur in het verleden grondig te begrijpen.

Archeologen van de VUB (AMGC - Archaeology, Environmental Changes and Geo-Chemistry Research Group) en het VLIZ (Seascapes Past and Future) schetsen de historische context van het schiereiland Testerep, lichten het eerder uitgevoerde wetenschappelijk onderzoek toe en duiden de onderzoeksdoelstellingen van het project, in deze samenvattende video.